Fabriek: Russel Tiglia, Tegelen
N.V. Russel-Tiglia, actief van 1936 tot 1966 in Tegelen, was een keramiekbedrijf voortgekomen uit de fusie tussen N.V. Kleiwarenfabriek Alfred Russel en N.V. Tiglia Kleiwarenfabriek. De verbinding tussen de families door het huwelijk van George Goossens met een dochter van Alfred M. Russel leidde tot deze samenvoeging, waarbij Goossens technisch directeur werd. In hetzelfde jaar van de oprichting initieerde Goossens een atelier voor kunstkeramiek binnen het bedrijf, gedreven door zijn waardering voor de ambachtelijke Tegelse keramiektraditie.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog kende de afdeling Sieraardewerk een significante groei, mede doordat werknemers uit de grofkeramieksectie overgeplaatst werden om ontslag en verplichte arbeid in Duitsland te voorkomen. Deze strategie benadrukte het economische belang van de sieraardewerkafdeling binnen Russel-Tiglia, waar op het hoogtepunt in 1942 ongeveer 120 van de 196 werknemers actief waren.
De opkomst van nieuwe bouwmaterialen in de jaren '60 leidde tot een afname in de vraag naar keramische producten van Russel-Tiglia, wat uiteindelijk resulteerde in de fusie tot NV Tegula in 1966 en de vermindering van de focus op sieraardewerk. In 1971, toen NV Tegula besloot de afdeling fijnkeramiek te sluiten, zetten Thei van Rens en Jan Aarts het atelier zelfstandig voort onder de naam Kunst Keramisch Centrum. De productie van Tegula eindigde definitief in 1976, en hoewel de fabrieksgebouwen verdwenen zijn, bleven enkele monumenten zoals de schoorsteen van Canoy-Herfkens en Villa Maria behouden.