Fabriek: Arnhemsche fayancefabriek
De Arnhemsche Fayencefabriek, opgericht op 13 maart 1907 door de gebroeders Jakob en Klaas Vet, was een prominente fabrikant van aardewerk in Nederland. Met hun roots in Purmerend, een stad bekend om Plateelbakkerij Brantjes, ontwikkelden de broers een passie voor het plateelbakkersvak. Klaas Vet perfectioneerde zijn vaardigheden bij Plateelbakkerij Zuid-Holland en De Distel, terwijl Jakob het vak leerde bij Brantjes.
In de beginjaren produceerde de fabriek aardewerk dat vergelijkbaar was met de modellen en decors uit Purmerend, maar voegde later diverse kleurrijke decors toe. De fabriek beleefde zijn hoogtijdagen in de vroege jaren twintig en moest meerdere malen uitbreiden. Tijdens de crisisjaren in de jaren dertig schakelde de fabriek over op goedkoper aardewerk met stroomglazuur in diverse kleuren, vanwege de hoge productiekosten van handgeschilderd aardewerk. In 1934 leidde de economische crisis tot het staken van de productie en uiteindelijke sluiting van de fabriek.
De Arnhemsche Fayencefabriek was gespecialiseerd in sieraardewerk zoals vazen, jardinières, wandborden en bloempotten, en produceerde ook luxe gebruiksaardewerk zoals serviezen, rook- en likeurstellen. De ontwerpen van Klaas Vet waren veelal geïnspireerd door de eenvoudige en sierlijke modellen van De Distel. Een verscheidenheid aan decors werd aangeboden, variërend van hoogglans met bloemen en vlinders tot lineaire decors op een witte ondergrond.
Van 1907 tot 1910 bood de fabriek twee types decors aan: het donkere hoogglans en het lineaire decor op een witte ondergrond. Tussen 1910 en 1917 werden nieuwe decors geïntroduceerd, waaronder Persian op een lichtbruine ondergrond en Lindus met witte of blauwe bloemen. In 1917 veroorzaakte de komst van W.P. Hartgring een significante verandering in de decors, met de introductie van nieuwe ontwerpen zoals Flora, Pensee en Polo. Vanaf 1928, tijdens de economische crisis, bestonden de decors voornamelijk uit stroom- en spuitglazuren, bekend als crisisaardewerk.